“Het was niet gemakkelijk voor ze. Cognitieve dissonantie is lastig vol te houden vanuit je eigen woonkamer.”

In de jaren voor het internet hadden de Jehovah’s Getuigen het een stuk makkelijker. Toen kon je kinderen nog geïsoleerd opvoeden. Na school meteen naar huis en druk uitoefenen om vooral geen band op te bouwen met klasgenoten. Die zou Jehovah toch met vuur uit de hemel vernietigen.

Met een zo laag mogelijke schooldiploma ging je werken, het liefst bij een bedrijf waar ook andere Jehovah’s Getuigen in loondienst waren. Vaak parttime, want als je er echt bij wilde horen, dan ging je pionieren, wat neerkomt op negentig uur per maand langs de deuren lopen. Met een tas om je nek en een Bijbel in je hand, herhaalde je ingestudeerde toespraken die vanuit de organisatie het meest effectief zouden zijn. Als een deur al langer dan tien seconden openbleef, was het vaak uit medelijden. Echt diepgaande gesprekken mocht je niet hebben, want zodra een huisbewoner je spreekwoordelijk liet inzien dat je in een sektarische Matrix zat opgesloten, wist je niet hoe snel je weg moest rennen. Satans beproevingen waren overal.

COVID heeft een hoop ellende veroorzaakt, vooral voor de Jehovah’s Getuigen. Niet zozeer vanwege grote ziekte- of sterfteaantallen, maar omdat de indoctrinatie toen voornamelijk via een vierkant scherm naar binnenkwam. Bijeenkomsten op fysieke locaties werden vervangen door grootschalige Zoomvergaderingen. Waar in het begin iedereen nog steeds trouw zijn camera had aanstaan, werden de zichtbare gezichten na verloop van tijd steeds minder.

Voor de pandemie moest elke Jehovah’s Getuige zichzelf netjes aankleden voor een vergadering. Broeders in een pak en de zusters in een rok of jurk, het liefst ver over de knieën. Vanuit je eigen woonkamer kon je ineens ongeschoren en in je joggingbroek deelnemen. Een bord eten op schoot en een belangrijke voetbalwedstrijd die alles overstemde, zelfs het gebed. En precies daardoor gebeurde wat ze altijd krampachtig wilden voorkomen. Als de geïndoctrineerde Foie gras niet elke dag door je hals wordt gepompt, ontstaat er ruimte voor een eigen mening. Je realiseert ineens dat je onderdeel bent van een jarenlang instandgehouden poppenkast.

De twijfel slaat toe. Wat doe ik hier? Waarom zit ik hier nog? Hoe heb ik het ooit als liefdevol kunnen bestempelen, dat Jehovah God straks miljarden mensen gaat vernietigen als zij zich niet bekeren tot de Jehovah’s Getuigen? Waarom blijft die voorspelde eindtijd maar opschuiven? Als die acht mannen in Amerika het directe verlengstuk van de almachtige Vader zijn, hoe kunnen ze dan profetie na profetie verknallen?

Gelukkig is er nu het internet. Vroeger konden we nergens heen met onze twijfels. Die moesten we onderdrukken met Seresta en kartonnen pakken wijn. Nu kunnen we de meningen van andere opzoeken en zijn er op Facebook en Reddit hele groepen vol met PIMO’s, wat staat voor Physically In, Mentally Out. Zij vermengen zich met Jehovah’s Getuigen die al eerder werden uitgesloten of die zelf afstand hebben genomen. Er worden daar tips gedeeld over hoe ze zichzelf veilig los kunnen weken. Logisch, want als vertrekken gelijk staat aan het verliezen van contact met je ouders, je echtgenoot, je kinderen, je vrienden en vaak zelfs nog je collega’s, dan denk je wel twee keer na.

We likken in dit soort groepen niet alleen elkaars wonden, maar we proberen ook suïcidale gedachten zo vroeg mogelijk te onderdrukken. En die zijn er genoeg. Als je alles achter je moet laten, inclusief een groot deel van je vroegere identiteit, wat blijft er dan over om voor te leven? En als het sociale isolement waar je na je vertrek in beland nog niet ellendig genoeg is, mogen velen zichzelf voorbereiden op jarenlange therapie. Gelukkig zijn er veel hulpgroepen en begrijpen we elkaars pijn. Een vaak gebruikte uitspraak is dan ook: Je bent niet alleen.

Nu alle COVID-restricties zijn opgegeven, mogen de Jehovah’s Getuigen weer langs de deur. Mocht je normaal gesproken zo snel mogelijk die deur dichtgooien, denk dan nu een keer na over bovenstaande. Het kan iemand zijn die dolgraag wil vertrekken, maar waarbij de drempel nog te groot is. En als je elke dag naar je spiegelbeeld kijkt, maar je ziet niet je echte zelf, dan sterf je langzaam af. Dat is gangreen voor je ziel.

Ik ben geboren als een Jehovah’s Getuige. Op mijn dertigste verliet ik de religie en raakte alles kwijt. Familie, vrienden en een groot deel van mijn eigen identiteit. Op 7 oktober 2022 kwam mijn autobiografie uit: De regen kwam van binnen.

“Het was niet gemakkelijk voor ze. Cognitieve dissonantie is lastig vol te houden vanuit je eigen woonkamer.”

In de jaren voor het internet hadden de Jehovah’s Getuigen het een stuk makkelijker. Toen kon je kinderen nog geïsoleerd opvoeden. Na school meteen naar huis en druk uitoefenen om vooral geen band op te bouwen met klasgenoten. Die zou Jehovah toch met vuur uit de hemel vernietigen.

Met een zo laag mogelijke schooldiploma ging je werken, het liefst bij een bedrijf waar ook andere Jehovah’s Getuigen in loondienst waren. Vaak parttime, want als je er echt bij wilde horen, dan ging je pionieren, wat neerkomt op negentig uur per maand langs de deuren lopen. Met een tas om je nek en een Bijbel in je hand, herhaalde je ingestudeerde toespraken die vanuit de organisatie het meest effectief zouden zijn. Als een deur al langer dan tien seconden openbleef, was het vaak uit medelijden. Echt diepgaande gesprekken mocht je niet hebben, want zodra een huisbewoner je spreekwoordelijk liet inzien dat je in een sektarische Matrix zat opgesloten, wist je niet hoe snel je weg moest rennen. Satans beproevingen waren overal.

COVID heeft een hoop ellende veroorzaakt, vooral voor de Jehovah’s Getuigen. Niet zozeer vanwege grote ziekte- of sterfteaantallen, maar omdat de indoctrinatie toen voornamelijk via een vierkant scherm naar binnenkwam. Bijeenkomsten op fysieke locaties werden vervangen door grootschalige Zoomvergaderingen. Waar in het begin iedereen nog steeds trouw zijn camera had aanstaan, werden de zichtbare gezichten na verloop van tijd steeds minder.

Voor de pandemie moest elke Jehovah’s Getuige zichzelf netjes aankleden voor een vergadering. Broeders in een pak en de zusters in een rok of jurk, het liefst ver over de knieën. Vanuit je eigen woonkamer kon je ineens ongeschoren en in je joggingbroek deelnemen. Een bord eten op schoot en een belangrijke voetbalwedstrijd die alles overstemde, zelfs het gebed. En precies daardoor gebeurde wat ze altijd krampachtig wilden voorkomen. Als de geïndoctrineerde Foie gras niet elke dag door je hals wordt gepompt, ontstaat er ruimte voor een eigen mening. Je realiseert ineens dat je onderdeel bent van een jarenlang instandgehouden poppenkast.

De twijfel slaat toe. Wat doe ik hier? Waarom zit ik hier nog? Hoe heb ik het ooit als liefdevol kunnen bestempelen, dat Jehovah God straks miljarden mensen gaat vernietigen als zij zich niet bekeren tot de Jehovah’s Getuigen? Waarom blijft die voorspelde eindtijd maar opschuiven? Als die acht mannen in Amerika het directe verlengstuk van de almachtige Vader zijn, hoe kunnen ze dan profetie na profetie verknallen?

Gelukkig is er nu het internet. Vroeger konden we nergens heen met onze twijfels. Die moesten we onderdrukken met Seresta en kartonnen pakken wijn. Nu kunnen we de meningen van andere opzoeken en zijn er op Facebook en Reddit hele groepen vol met PIMO’s, wat staat voor Physically In, Mentally Out. Zij vermengen zich met Jehovah’s Getuigen die al eerder werden uitgesloten of die zelf afstand hebben genomen. Er worden daar tips gedeeld over hoe ze zichzelf veilig los kunnen weken. Logisch, want als vertrekken gelijk staat aan het verliezen van contact met je ouders, je echtgenoot, je kinderen, je vrienden en vaak zelfs nog je collega’s, dan denk je wel twee keer na.

We likken in dit soort groepen niet alleen elkaars wonden, maar we proberen ook suïcidale gedachten zo vroeg mogelijk te onderdrukken. En die zijn er genoeg. Als je alles achter je moet laten, inclusief een groot deel van je vroegere identiteit, wat blijft er dan over om voor te leven? En als het sociale isolement waar je na je vertrek in beland nog niet ellendig genoeg is, mogen velen zichzelf voorbereiden op jarenlange therapie. Gelukkig zijn er veel hulpgroepen en begrijpen we elkaars pijn. Een vaak gebruikte uitspraak is dan ook: Je bent niet alleen.

Nu alle COVID-restricties zijn opgegeven, mogen de Jehovah’s Getuigen weer langs de deur. Mocht je normaal gesproken zo snel mogelijk die deur dichtgooien, denk dan nu een keer na over bovenstaande. Het kan iemand zijn die dolgraag wil vertrekken, maar waarbij de drempel nog te groot is. En als je elke dag naar je spiegelbeeld kijkt, maar je ziet niet je echte zelf, dan sterf je langzaam af. Dat is gangreen voor je ziel.

Ik ben geboren als een Jehovah’s Getuige. Op mijn dertigste verliet ik de religie en raakte alles kwijt. Familie, vrienden en een groot deel van mijn eigen identiteit. Op 7 oktober 2022 kwam mijn autobiografie uit: De regen kwam van binnen.

Schrijf je nu in voor mijn nieuwsbrief