Met veel verbazing keek ik naar de documentaire ‘The Secrets of Hillsong’, een vierdelige serie die recent op Hulu verscheen. Hillsong Church valt onder de pinkstergemeente en is wereldwijd actief. Toen ik las dat deze kerk vergeleken werd met een cult, moest ik uiteraard kijken. En ik heb er geen spijt van. Wat een bizar verhaal!

De eerste aflevering gaat voornamelijk over Carl Lentz, een pastoor die transformeerde naar een soort celebrity. Al snel begonnen mijn nekharen overeind te staan. Hij springt en danst over het podium, neemt iedereen mee in zijn enthousiasme en schreeuwt tussendoor iets over Jezus, God en wat je allemaal moet doen om de perfecte volgeling te zijn. Geld doneren is daar een belangrijk onderdeel van. God zelf heeft dat geld natuurlijk niet nodig, maar iemand moet de dure merkkleding en de opzichtige horloges van Carl Lentz betalen.

In de drie andere afleveringen ligt de nadruk meer op andere invloedrijke leden en schrik je van alle misdrijven. De schandalen lijken maar niet te stoppen. Zo gaan donaties naar privévliegtuigen, dure Cartier-horloges en soms zelfs een luxe retraite van 150.000 dollar, terwijl vrijwilligers onder druk worden gezet om steeds meer gratis werkzaamheden te verrichten.

Tijdens de eerste aflevering voelde ik naast verbazing ook de neiging om te braken. Met name vanwege Carl Lentz. Daar stond hij dan, op het podium te preken voor duizenden mensen. Een jonge gast die een voorbeeld werd voor vele jongeren. Toen hij later zijn celebrity-status kwijtraakte en de gebeten hond speelde, voelde ik nog meer afkeer. Alsof hij niet wist wat hij deed. Hij was er toch zelf bij? Het was toch allemaal doordacht en een vooropgezet spel van hem?

En hoewel ik nog steeds twijfels heb over zijn oprechtheid, moest ik ineens denken aan mijn vroegere zelf. Ook ik groeide op in een strenge religie. Toen ik een jaar of acht was, gaf ik mijn eerste lezing op het podium bij de Jehovah’s Getuigen. Op mijn vijftiende liet ik mezelf dopen. Vanaf mijn zestiende begon ik negentig uur per maand te prediken. Twee jaar lang. Als ik rond mijn achttiende iets minder kritisch was geweest of beter om had kunnen gaan met onrecht en de hypocriete houding van geloofsgenoten, was ik zo doorgestroomd naar de functie van een ouderling, wat de hoogste rang is binnen zo’n gemeente.

Ik blijf het moeilijk vinden. Waarom deed ik toen met alles mee? Waarom zag ik niet wat ik nu zie? Omdat ik binnen die religie opgroeide. Mijn ouders namen me al mee toen ik nog in de kinderwagen zat. Het was de enige wereld die ik kende, dus ik kopieerde het gedrag van de mensen om me heen. Ik geloofde wat zij geloofden. Het heeft jaren geduurd, maar ik durf mezelf nu een slachtoffer te noemen. Ik groeide op in een sekte.

Na de laatste aflevering van de Hillsong Church bleef die vraag in mijn hoofd rondspoken. Is Carl Lentz ook slachtoffer? Ik denk het wel. En terwijl ik in mijn gedachten tegen hem roep ‘het is allemaal je eigen schuld’, knikt mijn vroegere zelf hardop ja.

Dillema’s.

Ik ben geboren als een Jehovah’s Getuige. Op mijn dertigste verliet ik de religie en raakte alles kwijt. Familie, vrienden en een groot deel van mijn eigen identiteit. Op 7 oktober 2022 kwam mijn autobiografie uit: De regen kwam van binnen.

Met veel verbazing keek ik naar de documentaire ‘The Secrets of Hillsong’, een vierdelige serie die recent op Hulu verscheen. Hillsong Church valt onder de pinkstergemeente en is wereldwijd actief. Toen ik las dat deze kerk vergeleken werd met een cult, moest ik uiteraard kijken. En ik heb er geen spijt van. Wat een bizar verhaal!

De eerste aflevering gaat voornamelijk over Carl Lentz, een pastoor die transformeerde naar een soort celebrity. Al snel begonnen mijn nekharen overeind te staan. Hij springt en danst over het podium, neemt iedereen mee in zijn enthousiasme en schreeuwt tussendoor iets over Jezus, God en wat je allemaal moet doen om de perfecte volgeling te zijn. Geld doneren is daar een belangrijk onderdeel van. God zelf heeft dat geld natuurlijk niet nodig, maar iemand moet de dure merkkleding en de opzichtige horloges van Carl Lentz betalen.

In de drie andere afleveringen ligt de nadruk meer op andere invloedrijke leden en schrik je van alle misdrijven. De schandalen lijken maar niet te stoppen. Zo gaan donaties naar privévliegtuigen, dure Cartier-horloges en soms zelfs een luxe retraite van 150.000 dollar, terwijl vrijwilligers onder druk worden gezet om steeds meer gratis werkzaamheden te verrichten.

Tijdens de eerste aflevering voelde ik naast verbazing ook de neiging om te braken. Met name vanwege Carl Lentz. Daar stond hij dan, op het podium te preken voor duizenden mensen. Een jonge gast die een voorbeeld werd voor vele jongeren. Toen hij later zijn celebrity-status kwijtraakte en de gebeten hond speelde, voelde ik nog meer afkeer. Alsof hij niet wist wat hij deed. Hij was er toch zelf bij? Het was toch allemaal doordacht en een vooropgezet spel van hem?

En hoewel ik nog steeds twijfels heb over zijn oprechtheid, moest ik ineens denken aan mijn vroegere zelf. Ook ik groeide op in een strenge religie. Toen ik een jaar of acht was, gaf ik mijn eerste lezing op het podium bij de Jehovah’s Getuigen. Op mijn vijftiende liet ik mezelf dopen. Vanaf mijn zestiende begon ik negentig uur per maand te prediken. Twee jaar lang. Als ik rond mijn achttiende iets minder kritisch was geweest of beter om had kunnen gaan met onrecht en de hypocriete houding van geloofsgenoten, was ik zo doorgestroomd naar de functie van een ouderling, wat de hoogste rang is binnen zo’n gemeente.

Ik blijf het moeilijk vinden. Waarom deed ik toen met alles mee? Waarom zag ik niet wat ik nu zie? Omdat ik binnen die religie opgroeide. Mijn ouders namen me al mee toen ik nog in de kinderwagen zat. Het was de enige wereld die ik kende, dus ik kopieerde het gedrag van de mensen om me heen. Ik geloofde wat zij geloofden. Het heeft jaren geduurd, maar ik durf mezelf nu een slachtoffer te noemen. Ik groeide op in een sekte.

Na de laatste aflevering van de Hillsong Church bleef die vraag in mijn hoofd rondspoken. Is Carl Lentz ook slachtoffer? Ik denk het wel. En terwijl ik in mijn gedachten tegen hem roep ‘het is allemaal je eigen schuld’, knikt mijn vroegere zelf hardop ja.

Dillema’s.

Ik ben geboren als een Jehovah’s Getuige. Op mijn dertigste verliet ik de religie en raakte alles kwijt. Familie, vrienden en een groot deel van mijn eigen identiteit. Op 7 oktober 2022 kwam mijn autobiografie uit: De regen kwam van binnen.

Schrijf je nu in voor mijn nieuwsbrief